Bultrug
Eeuwenlang kwam de bultrug niet voor in de Noordzee, maar de laatste jaren wordt hij steeds vaker in de Nederlandse kustwateren gezien. Bij toeristen zijn bultruggen populair om hun spectaculaire vertoningen aan de wateroppervlakte; soms maken ze sprongen waarbij ze helemaal boven het water uitkomen. In het verleden werd de bultrug bedreigd door de walvisjacht. Sinds de jacht in 1966 werd verboden, neemt het aantal bultruggen weer toe. Dit ondanks het feit dat er elk jaar bultruggen sterven door aanvaringen met schepen, verstrikking in visnetten en de gevolgen van geluidsoverlast.
Vleet
Vleten zijn de grootste roggen die in de Noordzee leven. Vroeger leefden er veel vleten in de Noordzee. Omdat deze roggensoort bekend stond als lekkernij werd er veel op gevist. Vleten worden echter pas geslachtsrijp vanaf hun twaalfde levensjaar. De kans dat ze gevangen worden voor ze zich kunnen voortplanten is dus groot. Daarom zijn ze bijna verdwenen.
Zee-engel
In het begin van de vorige eeuw is de zee-engel in aantal sterk afgenomen en zijn status is nu kritiek (ernstig bedreigd) volgens de Rode Lijst van de IUCN. In veel Noord-Europese gebieden waar hij vroeger voorkwam wordt hij nu als lokaal uitgestorven beschouwd. Alleen rond Ierland en Zuid-Engeland worden soms nog enkele dieren gezien. Zee-engelen zijn haaien, maar ze hebben een lichaam dat lijkt op dat van een rog.
Orka
Orka’s in onze Noordzee? Jazeker! Ze komen met name voor in de Noordelijke Noordzee, maar eens in de zoveel tijd is de orka te gast in de Zuidelijke Noordzee. De orka’s volgen de trek van de makreel vanuit de Atlantische oceaan de Noordzee in.
Orka's zijn gemakkelijk te herkennen: ze zijn van boven zwart, van onderen wit, en hebben een witte vlek net boven de ogen. Iedere orka heeft zijn eigen unieke patroon, dat net iets afwijkt van andere orka's. Ze hebben een bijzonder opvallende rugvin, die tot 2 meter hoog kan zijn. De grotere mannetjes zijn in de groep herkenbaar aan hun hoge, spitse rugvin.
Bruinvis
De naam van de bruinvis is misleidend: bruinvissen zijn namelijk geen vissen en ze zijn ook niet bruin. De bruinvis lijkt op een kleine dolfijn, maar is in de Noordzee de meest voorkomende walvisachtige. Deze kleine walvisachtige kun je zien voor de Nederlandse kust, in de Waddenzee en er leeft een populatie bruinvissen in de Oosterschelde. Deze populatie bestaat uit zo’n 30 tot 40 dieren. Bruinvissen kwamen vroeger in grote aantallen voor langs onze kusten. Vanaf 1950 werden ze steeds zeldzamer, maar vanaf 1995 werden ze plotseling weer steeds vaker gezien.
Kortsnuit-zeepaardjes zijn zeldzame bezoekers aan de Noordzeekust, het Waddengebied en de Oosterschelde. Ze komen hier soms in de zomermaanden. De zeepaardjes hebben geen tanden en geen maag en kunnen hun voedsel dus niet vermalen. Ze moeten voortdurend eten om aan voldoende voedingsstoffen te komen. De kleur van het kortsnuit-zeepaardje varieert met verschillende bruin- en grijstinten, de dieren zijn vaak goed gecamoufleerd.
Haring
De haring zwemt in grote scholen rond in de Noordzee, soms met miljoenen vissen. Haringen behoorden eeuwenlang tot de belangrijkste vissen in de visserij. Dit jaar mag er van de overheid 40% minder op haring gevist worden dan in 2018. Haringen zwemmen overdag in diep zeewater. In de avond volgen ze hun prooi naar boven en verspreiden ze zich dicht onder het wateroppervlakte. Jonge haringen blijven de eerste jaren wel in ondiep, voedselrijk water. Na twee jaar zwemmen ze dieper.
![42036_fullimage_school-haring-foto-jacob-botter-cc-by-20[27573].jpg](/contentassets/50178e774fa64297a034e7e4c512c1a0/42036_fullimage_school-haring-foto-jacob-botter-cc-by-2027573.jpg?autorotate=true&format=webp)
